De werkzaamheden van de Nationale ombudsman op gemeentelijk niveau moeten zichtbaarder worden. Rol en aanpak van de landelijke ombudsman bij lokale klachtenbehandeling blijven nu vaak onderbelicht. Dat staat in het jaarverslag van de ombudsman over 2017, dat woensdag naar de Tweede Kamer is gestuurd.
,,Gemeenten zijn voor burgers de eerste en in hun ogen vaak de enige overheid. Daarom wil de ombudsman gemeenten nog meer ondersteunen in de contacten met hun inwoners. En bij hun klachtbehandeling.”
Volgens het jaarverslag wordt minstens 90 procent van de klachten bij de ombudsman na contact of overleg opgelost. Alle partijen waarderen deze pragmatische aanpak, maar het nadeel is dat de resultaten onvoldoende bekend zijn bij een gemeenteraad of het college. Om de zichtbaarheid te vergroten gaat de Nationale ombudsman gesprekken voeren met burgemeesters en hun klachtenbehandelaars en komen er presentaties voor nieuwe gemeenteraden.
De Nationale ombudsman is vorig jaar 29.380 keer benaderd met klachten, vragen en signalen van burgers. Dat waren er 5400 minder dan in 2016, meldt het jaarverslag van de ombudsman over 2017. Waaraan de daling ligt, heeft de ombudsman niet onderzocht.
De klachtenstroom over de gemeenten die bij de Nationale ombudsman zijn aangesloten nam met 12 procent ook af. Van 6045 in 2016 naar 5317 vorig jaar. Ook over de Belastingdienst, het Centraal Justitieel Incassobureau en het UWV kwamen minder klachten binnen.
Burgers trokken wel vaker aan de bel over de gerechtsdeurwaarders (+8 procent), het CBR (+12 procent), de waterschappen (+28 procent) en het ministerie van Binnenlandse Zaken (+77 procent). Dat betrof onder meer circa honderd klachten extra over het internetportaal voor burgers MijnOverheid, dat onder het ministerie valt.
Het jaarverslag is gecombineerd met dat van de Kinderombudsman. Margrite Kalverboer werd vorig jaar 2452 keer benaderd met vragen, hulpverzoeken, signalen en klachten, tegen 3286 meldingen in 2016. De meeste gingen over jeugdhulp, onderwijs en omgang na echtscheiding.