Verdringing van werknemers op de arbeidsmarkt komt in Nederland nauwelijks voor. Die conclusie trekken het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een gezamenlijk onderzoek. Verdringing komt hooguit aan de onderkant van de arbeidsmarkt voor, maar daar ervaren mensen het niet als belangrijkste probleem.
De beide planbureaus keken onder meer naar verdringing tussen ouderen en jongeren, tussen hoog- en laagopgeleiden en door migranten. Een belangrijke reden voor het uitblijven van dat fenomeen is dat de economie groter wordt als een nieuwe groep zich op de arbeidsmarkt begeeft.
Verder hebben jongeren andere vaardigheden dan ouderen, waardoor ze elkaar aanvullen op de arbeidsmarkt. Ook groeit de vraag naar hoogopgeleiden op de arbeidsmarkt op dit moment sneller dan dat hoogopgeleiden de arbeidsmarkt betreden. Daardoor is er weinig kans op verdringing door hoogopgeleiden die onder hun niveau werken. Dat risico neemt in een recessie wel toe.
Arbeidsmigranten doen tenslotte vaak werk dat Nederlanders niet willen doen, al is er wel enige verdringing door migranten aan de onderkant van de arbeidsmarkt. CPB en SCP benadrukken overigens dat het niet zo is dat er in individuele gevallen geen verdringing plaatsvindt.