Ook de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) heeft te maken met wachttijden voor onderzoek. Die zijn op verschillende locaties hoger dan de norm. Het gaat vooral om kinderen die wachten op beschermingsonderzoek of onderzoek in het kader van scheiding en omgang. De RvdK gaat voortvarend aan de slag om deze wachttijden terug te brengen.
Uit onderzoek door de RvdK blijkt dat er diverse oorzaken zijn voor de wachttijden. De belangrijkste zijn onvoldoende beschikbaarheid van ervaren raadsonderzoekers, de gevolgen van de invoering van de nieuwe jeugdwet in 2015 en de interne organisatieverandering van de RvdK. Onder de naam ’Versnellen naar 2020’ is een concreet plan van aanpak gemaakt dat ervoor moet zorgen dat de wachttijden uiterlijk 1 januari 2020 op een duurzame manier zijn teruggebracht.
Onlangs hebben ook de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd hun zorgen over de wachttijden bij de RvdK aan de minister voor Rechtsbescherming kenbaar gemaakt. De minister voor Rechtsbescherming S. Dekker en de minister van VWS H. de Jonge hebben in de eerste voortgangsrapportage van het actieprogramma Zorg voor de Jeugd de kamer daarover geïnformeerd.
Overigens zijn er geen wachttijden voor kinderen in nood. Bij acute dreiging voor het kind pakt de RvdK het onderzoek direct op en neemt maatregelen om het in een veilige situatie te brengen.