Kinderen horen niet op te groeien met geldzorgen. Ze moeten zich in vrijheid kunnen ontwikkelen, los van de financiële draagkracht van hun ouders. Het kabinet heeft aandacht voor armoede onder kinderen en stelt sinds 2017 extra geld ter beschikking aan gemeenten en maatschappelijke organisaties voor de aanpak ervan. Uit een eerste evaluatie blijkt dat zij hier stappen in zetten.
Gemeenten besteden het merendeel van het geld direct aan beleid gericht op kinderen in armoede. Negen van de tien gemeenten bieden voorzieningen aan in natura, zoals een sportabonnement of deelname aan een schoolreisje. Ze weten daarbij meer kinderen in armoede te bereiken dan het jaar ervoor. Staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de evaluatie op 21 november naar de Tweede Kamer gestuurd.
Extra geld
Een op de negen kinderen leeft in een gezin dat het niet breed heeft. Het kabinet trekt sinds 2017 jaarlijks € 100 mln. extra uit om de armoede onder kinderen aan te pakken. Ook als er thuis weinig geld is moeten kinderen namelijk kunnen meedoen, met sport, muziek of een schooluitje.
Gemeenten zijn lokaal verantwoordelijk voor het armoedebeleid en krijgen het grootste deel van het geld, € 85 mln. De rest van de middelen gaat naar landelijke armoedeorganisaties (€ 10 mln) en naar projecten gericht op kinderen in arme gezinnen, zowel in Europees Nederland als in Caribisch Nederland (€5 mln.).
Gerichtere aanpak
Vier samenwerkende armoedepartijen, Leergeld Nederland, Nationaal Fonds Kinderhulp, Stichting Jarige Job en Jeugdfonds Sport & Cultuur, krijgen samen jaarlijks € 10 mln. om kinderen in armoede te bereiken. Uit de evaluatie blijkt dat zij intensief samenwerken, zowel landelijk als op lokaal niveau, en het afgelopen jaar meer kinderen hebben bereikt. Een voorbeeld is het online platform Sam& waar ouders en professionals per gemeente kunnen zien welke voorzieningen beschikbaar zijn voor kinderen die opgroeien in armoede. Dankzij de motie Segers krijgen de vier armoedeorganisaties vanaf 2019 € 4 mln. extra voor hun aanpak.
Nog eens € 5 mln is als subsidie beschikbaar voor projecten gericht op kinderen in arme gezinnen, waarvan € 4 mln. in Europees Nederland en € 1 miljoen in Caribisch Nederland. De evaluatie laat zien dat de gesubsidieerde projecten in Europees Nederland een beperkte meerwaarde hebben ten opzichte van bestaand armoedebeleid. Bovendien hebben aanvragers niet het volledige bedrag aan subsidie gebruikt. Voor de staatssecretaris is dit reden om het geld per 2019 gerichter in te zetten. Ze gaat in gesprek met partijen over de concrete invulling.
Caribisch Nederland
In Caribisch Nederland is grote behoefte aan financiering van projecten om armoede onder kinderen te bestrijden. De aanpak is echter erg versnipperd. Vanaf 2020 worden de financiële middelen daarom onderdeel van het programma BES(t) 4 kids, dat gericht is op het verbeteren van de kwaliteit en toegankelijkheid van de kinderopvang. Met het geld kunnen schoolmaaltijden en naschoolse activiteiten volledig worden gefinancierd. In 2019 hebben organisaties in Caribisch Nederland nog de mogelijkheid om volgens de huidige regeling subsidie aan te vragen.